Door: Iris de Ronde
De laatste dagen van mijn werkzame carrière bij het Rijksvastgoedbedrijf breng ik door met de vegetatiekartering van de Vliehors. Het blijft voor mij een waanzinnig interessant terrein. De vele vegetatieopnamen, de herhaling van de vegetatiekartering voor de derde maal, de urenlange discussies over de vegetatie hebben uiteraard geleid tot interessante rapportages, maar dat is een veel te beperkte weergave van alle opgedane kennis. Ook de blogposts die ik hierover op Facebook schreef zijn lang geen afspiegeling van dit bijzondere terrein.
Het is soms lastig uit te leggen wat het terrein voor mij zo bijzonder maakt. Deze plaatkwelder, ten dele een "wash-over", is van zand in plaats van klei. Dat klinkt niet heel bijzonder, maar dat heeft uiteraard gevolgen voor de soortensamenstelling en de successie van de vele vegetatietypen, die anders gaat dan bekend is in de literatuur. Ik heb delen van het terrein begroeid zien raken. Waar eerst niks was is inmiddels een nieuwe wereld ontstaan met biestarwegrasduintjes, kweldervegetaties of achterduinse strandvlaktes. Ik heb de eerste vestigingen van lamsoor gezien, de uitbreiding meegemaakt en inmiddels is de soort overal in het terrein aanwezig. Ik heb een afgesloten vallei met groenknolorchis zien verzuipen door een zeedoorbraak, maar even verderop groenknolorchis zien vestigen op de hoge kwelder. Er zijn gaten geslagen in duinen en er zijn ontelbare duinen bijgekomen. De gradiënten tussen zoet-zout en droog-nat zijn overal, en op grote oppervlaktes aanwezig en vormen interessante pionierbegroeiingen met miljoenen exemplaren van hertshoornweegbree, kleine leeuwentand, strandduizendguldenkruid en zeevetmuur. Wie kwelderzegge wil leren kennen hoeft nooit ver te zoeken. De soort is hier zeer algemeen en komt van laag tot hoog op deze plaatkwelder voor. De vele aanspoelgordels leveren banden met verschillende meldes op en ook de meeuwenkolonies laten duidelijke sporen na in de vegetatie: van ruige begroeiingen in de duinen met winterpostelein en fijne kervel, tot kopjes met glad biggenkruid van waar de meeuwen de omgeving overzien.
De opsomming is eindeloos en geeft iets van de complexiteit van het terrein en de natuurlijke dynamiek aan. Indrukwekkend is de plaat bij veel wind, dan zie je pas hoe eindeloos veel zand er wordt verplaatst. Dan is er ook nog de landschappelijke schoonheid, de prachtige luchten en wolkenpartijen en de kleuren, vooral in september als de zeekralen en het schorrenkruid oranje en rood kleuren. Er zijn altijd verrassingen, zo ook deze keer. Aan een duinvoet, in een zone op de grens van zout en zoet ─ waar zeerus en heelblaadjes, maar ook knopbies en duinrus staan ─ op de overgang naar een duin kwam ik kraaiheide tegen en een enorme groeiplek met cranberry. Nieuw voor de Vliehors en zeker voor deze zone van het landschap, en gezien de grootte van de groeiplek geen vestiging van afgelopen jaar. Het zegt iets over de stabiliteit en veroudering van de vegetatie in deze zone, terwijl iets verderop de eerste soorten zich weten te vestigen op het nieuw afgezette duinzand.
Ooit (1938) schreef Reinhold Tüxen, de “Altmeister” van de plantensociologie, in het voorwoord van het proefschrift van (de oude) Herbert Diemont dat vegetatiekarteren een instrument is “to sharpen the eye” en dat dan pas de details van de vegetatie zichtbaar worden, dus beneden het niveau van associatie of subassociatie. Ik noem dit altijd, de kunst van het leren kijken, maar Tüxen had natuurlijk gelijk, het begint bij kijken en dan pas kun je begrijpen….
Welkom op onze blogpagina! Hier zullen we op min of meer geregelde momenten artikelen - meestal longreads - en kortere nieuwsberichten plaatsen. Over al die dingen waar we tegen aan lopen, of het nu in het veld is, of in de media. Wilt u een melding krijgen als er een nieuw artikel verschenen is? Abonneert u zich dan op ons blog met het formulier onder aan deze pagina.